05 december

Pleidooi: extra onderwijsruimte, betere coschappen

Bedrijfsarts Madelijn de Kleine

BLOG | Als een van de ambassadeurs van deze campagne vraag ik mij, Madelijn de Kleine, soms af waarom we deze campagne eigenlijk moeten voeren. Want één ding weet ik zeker: als alle artsen en aankomend artsen wisten hoe leuk ons vak is, zou er een overschot zijn aan bedrijfsartsen. Waar wringt dan de schoen? Onbekend maakt onbemind Te weinig artsen kennen ons vak doordat het in de opleiding onvoldoende is gepositioneerd.

Natuurlijk, het vak krijgt langzaam maar zeker een plekje in de diverse curricula. Maar de aandacht is beperkt en broos. Bedrijfsgeneeskunde heeft nog steeds geen volwaardige positie in de geneeskundige opleiding. Dat is best vreemd, als je weet dat veel mensen in hun loopbaan met een bedrijfsarts te maken krijgen. Het is nog vreemder als je weet dat bedrijfsgeneeskunde zich naast het voorkomen van ziekte door werk bezighoudt met gezond functioneren en functieherstel – voor iedereen zeer belangrijk, zowel waar het de eigen gezondheid als de mogelijkheden in onze maatschappij betreft. Vraag je je als (aankomend) dokter wel eens af wat er gebeurt nadat de patiënten het ziekenhuis verlaten? Hoe patiënten ook qua werk de draad weer kunnen oppakken? We kennen allemaal het zo goed bedoelde advies: “Luister naar je lichaam en neem voldoende rust”. Maar hoe vang je als patiënt deze signalen op, wat betekenen ze en wat kun je ermee doen als werkende? Precies op dat punt kan de bedrijfsgeneeskunde veel toevoegen. Als bedrijfsarts ben je in gesprek met mensen en ondersteun je ze met jouw medische kennis. Je helpt ze om weer regie te voeren over hun eigen leven. Een leven waarbij werk, naast privéleven, sport en sociaal leven, voor veel mensen een belangrijke invulling is. Net zoals bij ons artsen zelf…

1. Curricula: meer tijd inruimen

Als we het belang van bedrijfsgeneeskunde onderkennen, hoe zorgen we dan dat dit vak ook in de opleiding van geneeskundestudenten de plaats krijgt die het verdient? De eerste stap moet, heel praktisch, zijn dat er in de opleiding meer tijd aan bedrijfsgeneeskunde wordt besteed – over de hele linie, vanaf dag 1 tot aan het eind van de coschappen. Hierbij is vooral een duidelijke verbinding tussen het werk in de kliniek en de bedrijfsartsenpraktijk van belang. Het zou al enorm helpen als een coassistent met een patiënt vanuit de kliniek zou meegaan naar het werk en naar zijn of haar bedrijfsarts. Dan wordt meteen duidelijk hoe het verloop van ziekte naar gezondheid er na of naast de kliniek uitziet.

2. Betere coschappen: studenten mee naar bedrijven

Er is sowieso veel winst te boeken bij de inrichting van coschappen. De kwaliteit kan en moet hier omhoog. Bedrijfsartsen moeten studenten en coassistenten veel meer dan nu het geval is meenemen naar de bedrijven waar ze voor werken. Het vak heet niet voor niets bedrijfsgeneeskunde! Bij de bedrijven zelf kun je het beste laten zien waar het werk uit bestaat, wat dat kan betekenen voor je gezondheid of wat het effect van een ziekte of gebrek op het uitvoeren van werk kan zijn. Op de werkvloer kun je laten zien hoe je als bedrijfsarts kennis over het bedrijf vertaalt naar potentiële gezondheidskansen en gezondheidsrisico’s voor medewerkers. Je kunt laten zien hoe je probeert om kansen te vergroten en risico’s te minimaliseren door zowel individuele medewerkers als organisatie zorgvuldig te begeleiden. Je kunt laten zien hoe je het gesprek tussen een medewerker en werkgever weer op gang brengt of hoe je hen met je inhoudelijke kennis over gezondheid en werk ondersteunt.

Dubbele oproep

Mijn oproep is dan ook tweeledig: de mensen die verantwoordelijk zijn voor de curricula moeten bedrijfsgeneeskunde meer ruimte bieden en zorg & arbeid meer met elkaar verweven. In dit proces moeten bedrijfsartsen ook hun verantwoordelijkheid nemen: laat studenten die stage lopen zien en voelen dat het belangrijk is voor de gezondheid van mensen om werk te doen dat bij ze past, op een plek waar ze zich veilig voelen en veilig zijn. Door studenten mee te nemen in de dynamiek van organisaties, kun je als bedrijfsarts heel concreet laten zien wat je kunt betekenen op de werkvloer. Studenten maken dan kennis met, vaak trotse, medewerkers die graag over hun werk vertellen. Hetzelfde geldt voor de werkgever. Deze kan als geen ander de context van het werk uitleggen, net als de veranderingen en de uitdagingen waar het bedrijf voor staat.

Gepubliceerd op: 5 december 2016

Deel dit artikel: